Dank voor uw zorgvuldige reflectie. Uw nadruk op eigendom als privérecht en op de Successiewet als juridisch kader is begrijpelijk en waardevol. Toch wil ik een aanvullende lens aanreiken: die van het publieke belang bij vermogensoverdracht.
Volgens de meest recente cijfers van het CBS (Welvaart en Leefomgeving, 2024) geldt:
Huishoudens die tot de top 10% behoren hebben minimaal €302.000 aan netto vermogen (bezittingen minus schulden). De overige 90% van huishoudens heeft minder dan dit bedrag, en vaak aanzienlijk minder.
Deze scheve verdeling maakt duidelijk dat erfopvolging geen neutraal fenomeen is. Vermogen wordt niet alleen opgebouwd, maar ook overgedragen—en die overdracht versterkt bestaande verschillen, generatie op generatie.
Daarom stelt Erfenis voor Allen voor om erfbelasting pas te heffen boven het vermogen van het 90e percentiel. Tot dat niveau geldt een volledige vrijstelling. Zo blijven bescheiden nalatenschappen ongemoeid, terwijl grotere overdrachten een bijdrage leveren aan een collectieve erfenis voor álle jongeren. Zie bijvoorbeeld: Werken moet lonen voor iedereen.
Het doel is niet om bezit af te nemen, maar om kansen te delen. Niet door het eigendomsrecht te ondermijnen, maar door het te verbinden aan publieke waarden: solidariteit, gelijke kansen, en rechtvaardige spreiding.
Ik erken dat velen een erfenis ervaren als een welkome steun, vaak na een leven van arbeid en belasting. Juist daarom pleit ik voor een model waarin erfbelasting niet voelt als straf, maar als maatschappelijke investering. Een bijdrage aan een samenleving waarin iedereen iets kan nalaten én ontvangen.
Ik wil een publiek debat initiëren om te verkennen hoe eigendomsvrijheid en maatschappelijke rechtvaardigheid elkaar kunnen versterken. Want een samenleving waarin vrijheid en verantwoordelijkheid hand in hand gaan, is een samenleving waarin erfopvolging niet alleen een privékeuze is, maar ook een publieke kans.